Het was me afgelopen week wel een turbulente week in de nationale politiek.
De toeslagenaffaire maakte duidelijk dat het parlement onmogelijke wetgeving had aangenomen en dat vervolgens de sociale problematiek die het veroorzaakte nog eens jarenlang onopgemerkt bleef voor verantwoordelijke ministers en staatssecretarissen en dat er ook geen klokkenluiders binnen de Belastingdienst opstonden. Totdat het ons allemaal onder onze neus werd gewreven. Verder liet staatssecretaris Broekers-Knol zonder een uiting van gêne weten dat het na twee maanden nog niet was gelukt om 100 asielzoekers te selecteren en die van Lesbos naar Nederland te laten overkomen. Dat heet meestribbelen: niet openlijk nee zeggen maar het net zo ingewikkeld maken dat het eindeloos duurt voordat er iets gebeurt. En dan was er nog Thierry Baudet die een gave illustratie liet zien van de narcist die succes altijd aan zichzelf toeschrijft en chaos aan anderen. Er waren anderen die het voor hem opnamen en beweerden: hij is helemaal niet nazistisch, antisemitisch, homofoob, want lees het partijprogramma er maar op na. Zou wel makkelijk zijn als je alleen op een partijprogramma aanspreekbaar was en niet op wat je zegt en doet. Je zou bijna sympathie krijgen voor Geert Wilders; die had tenminste zoveel zelfkennis om te weten dat hij nooit in een democratische organisatie zou kunnen functioneren. Dat hadden ze dan in elk geval binnen de SP beter in de gaten, hoewel die ruzie ook niet bijdraagt aan vertrouwen in de politiek.
Een ontluisterend beeld van onze politiek. Wat mijn vertrouwen in ons politieke stelsel nog overeind houdt, is dat de media deze ellende in elk geval nog zichtbaar maakt én dat het alternatief voor ons stelsel nog veel slechter is. Zie daarvoor tal van voorbeelden op de buitenlandpagina van je krant.